Wat is de taxi

Taxi Delft

De taximeter bestaat uit drie hoofdonderdelen. De buitenkant van de meter is gemaakt van buitenliggend stroomglas dat na elke rit wordt vervangen. De van juwelen voorziene statusschijf bevindt zich boven op de wisselaar en geeft de brandstof-, lading- en onderhoudsgegevens van het toestel aan. Het binnenste gedeelte van de meter is gemaakt van een duurzaam polytube-materiaal en wordt de rotor genoemd. De buitenmantel van de meter is UV-bestendig, slagvast, zelfreinigend en voorzien van een intern reservoir. De emissie van de taxameter wordt verzekerd door middel van een zeer doeltreffend dubbel nabij infraroodspectrum dat een groot deel van het elektromagnetische bereik en het radarbereik bestrijkt. Deze kenmerken maken de taxi zuinig, veilig en gemakkelijk te detecteren door moderne emissiecontrolesystemen uit 1967. De dubbele banden zorgen ervoor dat de grootste hoeveelheid energie wordt uitgezonden terwijl de auto onderweg is, zonder dat de emissie hoeft te veranderen omdat de auto met dezelfde snelheid rijdt.

Een taxi kan op zijn bestemming alleen starten en stoppen met de hoeveelheid brandstof in zijn tank, en in geval van stoppen moet de auto in de parkeerstand staan. Het vermogen dat nodig is voor het starten en stoppen, is wettelijk vastgelegd en is opgenomen in de standaard stroomvoorziening. Een taxameter is een apparaat dat wordt gebruikt om de afstand te meten die door een voertuig tijdens een rit is afgelegd, en dat feedback geeft aan het emissiebeperkingssysteem. Dit emissiecontrolesysteem helpt de emissies van voertuigen met een hoge emissie te beperken en geeft een controlelijst voor voertuigen met een hoge emissie. TC, TERM 140, CNG en LPG zijn de courant gebruikte taxameters, terwijl voor een voertuig met meer dan één cilinder een enkel signaal (A-lader) vereist is.

Een multiplexer bestaat uit een zender, een ontvangstkamer en een emitter. De zender geeft een signaal af aan het emissiebeperkingssysteem dat de door het voertuig afgelegde afstand en de toestand van de motor aangeeft. De ontvangstkamer ontvangt het signaal en voert de door het emissiebeperkingssysteem vereiste berekeningen uit. Een emissiebeperkingssysteem bevat slechts eenmaal een ontvanger, wanneer de toestand van de motor en de transmissie naar behoren aanvaardbaar zijn. De multiplexer zendt een signaal terug in de vorm van een RSHA-signaal dat de regeleenheid informeert over de toestand van de motor. Deze functie wordt gebruikt om na te gaan of de motor het optimale toerental heeft. Deze functie wordt door de meeste multiplexers niet gebruikt omdat de toenemende snelheid van het voertuig vereist dat de oliedruk en de verstuivingsfrequentie van de brandstofinjector periodiek worden gewijzigd, wat de multiplexer overbodig maakt.

Een katalysator bevat een gesofisticeerde thermostaat met een PK-verhogingsfactor van 20 conjunct. Hij wordt gebruikt om de uitlaatgastemperatuur te verlagen tot onder de vooraf ingestelde motortemperatuur om het katalytische proces te vergemakkelijken. Deze functie is niet compatibel met alle multiplexers omdat de logica en de levensduur ervan erdoor worden beïnvloed. De toestand van de katalysator is van invloed op de zuinigheid, het koppel en het verbruik van het voertuig en daarom is vervanging van de katalysator vereist in geval van verstopte uitlaatpijp. Het voordeel van de katalysator is dat hij tot 35 keer kan worden hergebruikt, waardoor hij vrij zuinig is.